FR NL
Amsterdam Central Station

Vervoerders ongelijk gesteld in kort geding tegen Nederlandse staat over onderhandse gunning

In België speelt een vergelijkbare kwestie. NS

In Nederland heeft de Rechtbank in Den Haag dinsdagochtend de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN) in het ongelijk gesteld in hun kort geding tegen de Staat vanwege het voornemen van een onderhandse gunning van een nieuwe concessie voor het openbaar vervoer op het hoofdrailnet aan NS. Een van de partijen in de zaak was belangenorganisatie AllRail, die zich ook kritisch heeft uitgelaten over het de geplande onderhandse gunning aan NMBS.

Volgens spoorvervoerders Arriva, Transdev/Connexxion, Keolis, QBuzz en EBS, verenigd in de FMN, druist het voornemen van de onderhandse gunning aan NS in tegen de Europese regelgeving. De federatie zag zich gesteund door belangenorganisatie AllRail en een aantal EU-vervoerders. De rechter ging er niet volledig in mee.

“In deze procedure kan er niet met de vereiste grote mate van waarschijnlijk vanuit worden gegaan dat de voorgenomen concessie in strijd is met het EU-recht of andere relevante wet- en regelgeving”, aldus het oordeel van de rechtbank in Den Haag.

De rechter plaatst nog wel een kanttekening bij de kwestie en zegt dat het Hof van Justitie de Staat alsnog in het ongelijk kan stellen in een mogelijke bestuursrechtelijke procedure tegen het gunningsbesluit. Het Hof van Justitie zou daarmee nog kunnen oordelen dat de Staat “op onderdelen” niet overeenkomstig met het EU-recht heeft gehandeld. De voorzieningenrechter acht dat “zeker niet ondenkbaar”.

Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen is nog in gesprek met de Europese Commissie over de kwestie.

AllRail roert zich in België ook

In België speelt een vergelijkbare kwestie. AllRail dreigt daarom een klacht in te dienen bij de Europese Commissie. Dat heeft de organisatie middels een brief aan de leden van de ­Kamercommissie Mobiliteit in België laten weten.

De EU streeft naar liberalisering van het spoorvervoer. Het Vierde Spoorwegpakket, wat in 2016 goedgekeurd werd, bepaalt dat de toekenning van het spoorvervoer in de toekomst moet geschieden door openbare aanbestedingen. Hierdoor ontstaat concurrentie en zijn bedrijven gemotiveerd hun producten te verbeteren, zo luidt het argument van de EU.

De lidstaten kregen sinds 2016 nog wel even de tijd om om te schakelen, namelijk tot December 2023. Nederland en België zien dit als kans om hun nationale spoorwegmaatschappijen nog één keer een onderhandse gunning toe te kennen. In Nederland wil de regering de hoofdrailconcessie dus wederom onderhands aan NS gunnen, in België wil de regering deze voor de komende tien jaar aan de NMBS geven.

Dit artikel is afkomstig van zusterpublicatie SpoorPro

Lees ook:

Auteur: Kenneth Steffers