Treinen boven vliegtuigen

In grafieken: Midden- en Zuid-Europa willen vliegtuigen eerder inruilen voor treinen dan Noord-Europeanen

Een duidelijke meerderheid van de Europeanen zou graag hogesnelheidstreinen gebruiken in plaats van vluchten om door het continent te reizen, als die betrouwbaar en snel zouden verbeteren, vooral in Zuid- en Centraaloost-Europa. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek in opdracht van de Community of European Railway and Infrastructure Companies (CER).

Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd door Polling Europe, bleek dat er veel publieke steun is voor betere en snellere spoorverbindingen in de hele EU. Drie op de vier burgers zouden een hogesnelheidstrein verkiezen boven het vliegtuig als de verbindingen tussen Europese hoofdsteden en grote steden betrouwbaar en snel zouden zijn.

Verlangen naar betere verbindingen

Aan het onderzoek namen meer dan 5.000 volwassenen uit alle 27 EU-lidstaten deel. Slechts 10% van de respondenten zei tevreden te zijn met de huidige vervoersmogelijkheden tussen landen. Ondertussen zag 83% ruimte voor verbetering, waarbij bijna de helft zei dat reizen tussen EU-landen “aanzienlijk sneller en gemakkelijker” moet worden.

Steun voor hogesnelheidstreinen was wijdverspreid, ook in landen die al worden bediend door moderne lijnen, zoals Frankrijk en Spanje, en in landen waar dergelijke diensten nog niet beschikbaar zijn. In totaal was 79% van de burgers het ermee eens dat de EU meer moet investeren in hogesnelheidstreinen om de grensoverschrijdende connectiviteit te verbeteren.

visualization

Ambitieus spoornetwerk in de pijplijn

De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, bereidt naar verluidt een nieuw plan voor voor een Europees hogesnelheidsnetwerk dat alle EU-hoofdsteden en grote steden met meer dan 250.000 inwoners met elkaar verbindt.

Uit de resultaten van de CER-enquête blijkt dat de meeste Europeanen het ermee eens zijn dat de transportverbindingen moeten of kunnen worden verbeterd.

Het Europese hogesnelheidsspoorwegnet zou, als het er komt, 49.400 kilometer beslaan, met nieuwe lijnen die snelheden van meer dan 350 km/u halen en verbeterde lijnen die 200 km/u halen. Het doel is om het spoor de snelste reisoptie te maken voor afstanden tot 1.000 kilometer, waarmee de dominantie van de korteafstandsluchtvaart direct wordt uitgedaagd, aldus de organisatie van de spoorwegsector.

In een eerdere Europese studie, uitgevoerd door Ernst and Young in samenwerking met de Università Bocconi, werden de totale kosten van het project geschat op 546 miljard euro, waarbij voorstanders aanvoerden dat het grote voordelen zou kunnen opleveren op het gebied van economische integratie, regionale ontwikkeling en ecologische duurzaamheid.

chart visualization

Groeiend politiek momentum

Uitvoerend directeur Alberto Mazzola van de CER zei dat het onderzoek bevestigt dat burgers “klaar zijn om over te stappen op duurzame en efficiënte vervoersopties”. Hij voegde eraan toe dat de politieke steun voor hogesnelheidstreinen is gegroeid en noemde daarbij de steun van de voormalige Italiaanse premiers Enrico Letta en Mario Draghi en de huidige voorzitter van de Commissie von der Leyen.

Mazzola drong er bij de EU op aan om aan de verwachtingen van het publiek te voldoen door een ambitieus actieplan te lanceren dat Europa volledig zou verbinden door middel van hogesnelheidstreinen. “De Europese Unie moet nu aan de verwachtingen van de burgers voldoen door een ambitieus actieplan voor te stellen voor een hogesnelheidsnetwerk dat alle hoofdsteden en grote stedelijke gebieden van de EU omvat voor een beter verbonden toekomst. “


Methodologie enquête

De enquête is online uitgevoerd door Pollling Europe via CAWI-methode (Computer Assisted Web Interview) op een steekproef die representatief is voor de 18+ bevolking van de Europese Unie. De totale steekproefomvang bedraagt 5.107 volledige interviews, evenredig verdeeld over de bevolking van de 27 EU-landen met een kleine correctie die het mogelijk maakt om de gegevens op pan-Europees niveau te analyseren, met uitsplitsingen voor de 5 grootste landen (Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Polen) en voor 3 verschillende gebieden: Oost-Europa, Noord-Europa en Zuid-Europa.

Voor elk land werden proportionele quota vastgesteld voor leeftijd en geslacht. De quota werden berekend op basis van de meest recente parameters van Eurostat. De interviews werden uitgevoerd tussen 16 en 25 mei 2025.

.

Dit artikel is automatisch vertaald vanuit de oorspronkelijke taal naar het Nederlands.

Auteur: Esther Geerts

Bron: RailTech.com