Connectiviteit en duurzaamheid schudden spoorwegindustrie grondig door elkaar
Zephyr-locomotieven, genoemd naar de Griekse god van de wind, trokken in de jaren dertig ieders aandacht met hun glanzende roestvrijstalen look en hoge snelheid. Ze hebben ook de interesse in de spoorwegindustrie nieuw leven ingeblazen en werden decennialang het uithangbord van de sector.
De volgende grote transformatie in de spoorindustrie zal minder te maken hebben met staal en meer met silicium en andere grondstoffen. We zullen het uiterlijk van locomotieven waarschijnlijk niet drastisch zien veranderen, maar wat zich onder de motorkap bevindt, zal het verschil maken. Connectiviteit en duurzaamheid veranderen spoorwegindustrie grondig, met drie belangrijke aandachtspunten.
Nr. 1: Connectiviteit vergroot de voordelen van IoT, AI en machine learning
Connectiviteit is de ruggengraat of het zenuwstelsel dat andere technologieën samenbrengt, waaronder IoT, AI en machine learning. IoT-objecten kunnen verschillende parameters volgen; AI kan de intelligentie inbrengen die nodig is om de verzamelde gegevens te begrijpen, en machine learning kan de uitvoering van taken leiden; maar connectiviteit brengt deze samen en versterkt ieders bijdragen.
Ondertussen breidt 5G de capaciteit van connectiviteit uit en maakt deze een stuk betrouwbaarder. Voor de spoorwegindustrie betekent dit concreet dat het aantal IoT-apparaten op locomotieven kan worden verhoogd zonder de golflengten te overbelasten. Belangrijke taken kunnen nu worden afgehandeld via aangesloten apparaten.
Locomotieven worden steeds meer verbonden en de opkomst van 5G zal de connectiviteit bij deze locomotieven verder stimuleren.
Nr. 2: Andere energiebronnen betekenen een belangrijke stap voorwaarts
In de 19de eeuw waren stoomlocomotieven de enige optie voor spoorwegexploitanten. In de jaren dertig van de 20ste eeuw braken dieselaangedreven locomotieven door en kregen stilaan de voorkeur. Twee technologieën, namelijk diesel-elektrisch en volledig elektrisch, zijn recent erg belangrijk geworden.
Ondertussen zijn er nog andere opkomende energiebronnen die door de spoorwegindustrie worden uitgeprobeerd. Deze omvatten brandstofcellen, batterijen en hybride oplossingen.
In de toekomst wordt verwacht dat een meer divers aanbod van energiesystemen op de markt aanwezig zal zijn, in plaats van een of twee technologieën die dominant zijn. Van spoorwegoperators wordt verwacht dat ze de juiste technologie kiezen op basis van de beschikbaarheid van infrastructuur, de lokale regelgeving, economische haalbaarheid en de voorkeuren van de klant.
Dit zal ertoe leiden dat de huidige toonaangevende technologieën, diesel-elektrisch en volledig elektrisch, naast opkomende technologieën, zoals brandstofcellen en batterijen, samen zullen voorkomen, vaak via hybride toepassingen.
Nr. 3: Minder uitstoot zal de weg banen naar een volledig hernieuwbare toekomst
Voor veel sectoren waar energie wordt gebruikt, is men het er algemeen over eens dat de eindbestemming een volledig hernieuwbare toekomst is. Ondertussen varieert het tempo naar dat einddoel aanzienlijk. Zo is ongeveer 30% van de elektriciteit die we vandaag gebruiken afkomstig van hernieuwbare energiebronnen, en er wordt voorspeld dat we na 2040 meer van onze elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen zullen halen dan uit fossiele brandstoffen.
Een belangrijk aandachtspunt tijdens de trip naar een volledig hernieuwbare toekomst is het verlagen van de uitstoot van toonaangevende brandstoffen. Technologieën zoals selectieve katalytische reductie (SCR) en uitlaatgasrecirculatie (EGR) zorgen voor een aanzienlijk kleinere ecologische voetafdruk.
In de toekomst zal het verminderen van de uitstoot een belangrijk aandachtspunt blijven. Op korte termijn zullen dieselhybride- en brandstofceltoepassingen het voortouw nemen bij het verlagen van de uitstoot.
De spoorwegindustrie is de afgelopen decennia op zijn eigen manier verandert, maar het huidige decennium zal hoe dan ook een transformatief decennium worden.
