FR NL

First things first: CEO Sophie Dutordoir van NMBS wil eerst betere dienstverlening en dan pas nieuwe treinen

Trein 384 van het type MS80,op spoor 21 (niveau -2) in Antwerpen Centraal 2010, Wikimedia Commons, Ad Meskens

Het stond in De Standaard geblokletterd te lezen: “De spoorambities van regering botsen met de realiteit van krakend NMBS-materieel.

De kwaliteitskrant citeerde CEO Sophie Dutordoir “Voor er nieuwe treinen komen, moet de NMBS ‘eerst de kwaliteit van de dienstverlening herstellen’. De topvrouw van NMBS tempert zo de spoorambities van de regering, die prioriteit aan het spoorwegtransport wil geven.

Het probleem ligt voor de hand: gebrek aan geld

Alles kadert in het financiel plaatje van de NMBS, dat er allesbehalve goed uitziet. Dutordoir kwam in het parlement vertellen dat de financiën van de spoorwegmaatschappij er ‘inktzwart’ uitzien. Een situatie die allesbehalve strookt met de ambitieuze plannen van de regering met het spoor.

Van de federale regering heeft de NMBS minder geld gekregen dan was gevraagd en dat heeft onvermijdelijk repercussies op de werking van de regering.

Een tekort van 550 miljoen euro voor het nieuwe beheerscontract

Vanwege een tekort van 550 miljoen euro in het nieuwe beheerscontract zit er volgens Dutordoir niets anders op dan dat de NMBS op zoek moet naar ‘operationele en investeringsbesparingen’.

Ze wond er geen doekjes om: volgens de topvrouw bevindt de NMBS zich al geruime tijd in een vacuüm’. Dutordoir bedoelt daarmee zowel spoorwegexploitant NMBS en infrasructuurbeheerder Infrabel het al 10 jaar lang zonder beheersovereenkomst moesten doen.

Veel te weinig

Federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) beloofde aanvakelijk dat er 400 miljoen euro per jaar extr klaar lag voor de NMBS en voor Infrabel in het komende decennium, maar dat bedrag werd gereduceerd tot 215 miljoen euro.

Dat is veel te weinig, aldus Dutordoir. Zij geeft dus voorkeur aan het verbeteren van de dienstverlening, waarna er pas ruimte is voor het aanschaffen van nieuwe treinen.

Auteur: Jos Sterk