FR NL

Op weg naar een goederencorridor om het treinverkeer in en rond de hoofdstad vlotter te maken

2012, Wikimedia Commons

Tijdens juli en augustus werkt Infrabel aan de volledige vernieuwing van de zogenaamde “vertakking Carwash” in Brussel, maar de werken daar moeten als meer alleen als een vernieuwingswerf beschouwd worden.

De vertakking wordt ook hertekend en vereenvoudigd om er, in de toekomst, vlotter goederentreinen over te sturen.

Van haven van Antwerpen richting Frankrijk

Het grootste gedeelte van het vrachtverkeer (85%) dat via Brussel gaat, rijdt tussen de haven van Antwerpen en Quévy/Erquelinnes/Clabecq/Chatelet (Henegouwen) en dan richting Frankrijk.

De rest rijdt tussen Zeebrugge en Montzen via Brussel en verder naar Duitsland. Schaarbeek is ook een vaak gebruikte omleidingsreisweg als er op andere plaatsen op het Belgische spoorwegnet infrastructuurwerken zijn. Belangrijk dus voor heel wat klanten van Infrabel.

Alles in het teken van de modal shift

Benoît Gilson, CEO Infrabel : “Het is onze taak om er alles aan te doen om de modal shift te faciliteren. Meer treinen, zowel voor het goederen- als reizigersverkeer, dat zijn minder files op de weg en is dus goed voor ons milieu. Een project zoals dat wat we hier realiseren met de aanleg van een heuse goederencorridor in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal onze klanten stimuleren om hun spoorvervoeractiviteit verder uit te breiden. Dat hopen we althans, en wij zullen alvast al het nodige doen om hen hierin te begeleiden en te ondersteunen!”

Goederentransport mag om veiligheidsredenen niet door de spoortunnel van de drukke Brusselse Noord-Zuidverbinding. Voor goederentreinen die rond onze hoofdstad rijden, zijn er momenteel twee mogelijkheden: het oostelijk- (L26) en westelijk ringspoor (L28).

Druk verkeer

De eerste optie is niet evident want tijdens de dag rijden hier heel wat reizigerstreinen waardoor de capaciteit voor het goederenverkeer beperkt is. Dat is dus een eerste knelpunt. Verder op de reisweg is ook het drukke station van Halle een bijkomend knelpunt want hier moeten goederentreinen twee drukke reizigerslijnen kruisen die langs Quévy en Doornik naar Frankrijk gaan.

In het geval van de tweede optie, via het westelijk ringspoor, zijn er meerdere knelpunten. Je hebt goederentreinen die langs een sporenbundel moeten rijden, maar daar zijn de sporen niet lang genoeg om twee lange goederentreinen te laten kruisen. Bovendien is het daar tijdens de ochtend- en avondspits ook erg druk door de in- en uitrit van heel wat piekuurtreinen.

Goederentreinen kunnen ook rechtstreeks door het station Schaarbeek-Reizigers rijden maar daar kruisen ze dan weer het drukke reizigersverkeer van en naar Leuven en ook de treinen van en naar de luchthaven. Verderop, ter hoogte van Anderlecht (Brussel Klein-Eiland) snijden ze de spoorlijn Brussel-Oostende (L50A) en dat is de drukste lijn van het land.

Auteur: Jos Sterk