FR NL

Uitgevoerde werken in Gent in 2022  in het kader van meer fietsveiligheid aan de tramsporen

2006, Wikimedia Commons

De Lijn is volop bezig met het uitproberen en testen van nieuwe methodes om de veiligheid voor de fietsers aan tramsporen te verhogen.

Daarnaast werden ook infrastructurele ingrepen uitgevoerd.

Een aantal van die werken werd al in de loop van dit jaar uitgevoerd

*Herstellingswerken aan een gedeelte van de sporen in de Kortrijksepoortstraat en de Nederkouter. In het voorjaar van 2023 volgen, in een tweede fase, nog enkele bijkomende ingrepen in de Kortrijksepoortstraat en Nederkouter afwachting van een integrale heraanleg van de tramas Veldstraat – Nederkouter – Kortrijksepoortstraat in samenwerking met stad Gent en Farys. ​

*Spoorvernieuwingswerken ter hoogte van het Sint-Veerleplein en de bocht Lange Steenstraat, waarbij De Lijn besliste om de wissel voor het Gravensteen te verwijderen om de fietsveiligheid te verhogen.

*Op locaties met een hoge fietsintensiteit waar de tramsporen (tijdelijk) buiten exploitatie zijn gesteld, o.a. de Sint-Michielshelling, zijn de groeven opgevuld met een specifiek product dat de sporen beter berijdbaar maakt voor fietsers.

​Onderzoek en innovatie opvulling van de railgroef

Door het opvullen van de railgroef moeten fietsers makkelijker de rails kunnen kruisen. Er zijn een aantal vereisten voor het opvullen van de groeven.

Zo mag de opvulling niet ‘indrukbaar’ zijn voor fietsbanden maar wel voor trams, en moet de opvulling duurzaam zijn, resistent aan de weersomstandigheden, en eenvoudig verwijder- en vervangbaar. Bovenal moet de railopvulling betrouwbaar zijn inzake hechting en robuustheid om zodoende de veiligheid te garanderen.

Nog geen adequate oplossing gevonden voor het opvullen van de railgroef

Tot op heden werd er nog geen adequate oplossing gevonden voor het opvullen van de railgroef, ondanks verschillende onderzoeken, nationaal en internationaal. De Lijn blijft evenwel de markt afspeuren naar innovatieve mogelijkheden. Ze zit ook zelf niet stil en organiseerde gisteren de praktische proef met medewerking van de Fietsersbond op de stelplaats van Gentbrugge waar een rubberopvulling werd getest.

Verder volgt De Lijn actief een Zwitsers onderzoek (Basel) op naar rubbervulling bij nieuw aangelegde sporen, vond het voorbije jaar een uitgebreide marktverkenning plaats naar beschikbare oplossingen (opvulling groef) in binnen- en buitenland, en werd met een aantal onderzoekpartners een initiatief opgestart om materiaaloplossingen te zoeken. Vier externe partijen hebben ondertussen interesse getoond om aan dat laatste mee te werken. Tevens zijn er contacten met andere trammaatschappijen om ervaringen en mogelijke oplossingen uit te wisselen en wordt er op het openbaar domein een test voorzien waarbij gladde oppervlakken van onder meer tramwissels zullen worden opgeruwd worden om te onderzoeken of dit een veiliger resultaat geeft.

​Betere instandhoudingsoplossingen

De Lijn monitort constant de situatie van het wegdek en vult ontstane groeven/putten in de wegverharding rondom de rail met gietasfalt. Deze techniek is echter niet in alle omstandigheden even geschikt. De Lijn is daarom met een aantal bedrijven een test aan het uitvoeren om meer flexibele vulmaterialen te gebruiken. Een eerste test werd in het begin van de zomer uitgevoerd, een tweede vond plaats in september. Deze systemen zullen gedurende de winterperiode verder worden geëvalueerd.

​Onderzoeken

De Lijn en de Stad Gent werken nauw samen voor de inventarisatie van pijnpunten bij de traminfrastructuur. Dat zal resulteren in een aantal ontwerprichtlijnen die toegepast kunnen worden bij de heraanleg van traminfrastructuur en het bijhorende openbare domein. De Lijn neemt ook deel aan een samenwerking tussen het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw en de MIVB om specifieke pijnpunten rond halte-infrastructuur en andere weggebruikers in beeld te brengen.

​Signalisatie/verkeersgedrag

Infrastructurele ingrepen en ervaringen met opvulling van de groeven leveren voorlopig nog geen allesomvattende oplossing aan. Daarom wordt er met verschillende partners ook gewerkt op het uitwerken van ontwerprichtlijnen voor de wegaanleg op plaatsen waar tramsporen en wissels aanwezig zijn, en aan een aanpassing van de signalisatie waardoor weggebruikers attent worden gemaakt op de aanwezigheid van traminfrastructuur in het wegdek. Ook een aantal andere, vaak snellere en eenvoudigere acties, zoals paaltjes verwijderen/herplaatsen, opruwen gladde oppervlaktes, worden meegenomen.

Auteur: Jos Sterk