FR NL

Hebben G7 en EU een nieuw Belt and Road-initiatief in de maak?

Mombasa ,Kenya -March 11.2018 Year. Speed train Mombasa Nairobi on Kenya landscape

De G7, de zeven grootste landen in de wereld, en de EU hebben toegezegd in vijf jaar 600 miljard US dollar (634,56 miljard euro) op te halen om infrastructuurwerken in ontwikkelingslanden te financieren. In het westen wordt dit initiatief beschouwd als een tegenactie van het Belt and Road-initiatief (BRI) van China. China zegt zelf het plan toe te juichen.

Gelanceerd als het “Partnership for Global Infrastructure and Investment”, werd het plan op zondag 26 juni gepresenteerd door de Amerikaanse president Joe Biden en andere G7-leiders tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst in Schloss Elmau, Duitsland. Tot de G7-landen behoren Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het VK en de VS.

VS en Europa werken samen

De VS zouden 200 miljard US dollar (192,13 miljard euro) mobiliseren voor subsidies, federale fondsen en private investeringen. De EU zou nog eens 300 miljard dollar (317,28 miljard euro) ophalen. In plaats van liefdadigheid werd het plan door Biden gepresenteerd als een investering die voor iedereen rendement zou opleveren.

Een bredere opzet

Hoewel het algemene doel werd beschreven als het ondersteunen van kritieke infrastructuur in ontwikkelingslanden, is het initiatief geen copycat van de BRI-investeringen in het transport tussen Azië en Europa. Voorbeelden van het nieuwe plan zijn de aanleg van een onderzeese kabel die Zuidoost-Azië verbindt met het Midden-Oosten en West-Europa of de levering van internet en financiële technologie in landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.

De Europese ambities sluiten echter beter aan bij het objectief van infrastructuuruitbreiding tussen de continenten onderling. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, legde tijdens de bijeenkomst uit dat de bevindingen van de EU een duurzaam alternatief zouden vormen voor het Chinese BRI-schema.

Is er sprake van een Europese BRI?

Een vergelijking met het BRI van China is dan ook niet te vergezocht. De Chinese president Xi Jinping lanceerde de BRI in 2013 met als doel financiering te verstrekken aan opkomende landen om infrastructuur zoals havens, wegen en bruggen te bouwen. Sindsdien is het land betrokken bij megaprojecten in landen als Griekenland, Italië, Hongarije en Servië.

De betrokkenheid van China bij deze infrastructuurprojecten is altijd met de nodige voorzichtigheid bekeken door de EU, die vreesde dat China een te grote impact zou krijgen op het continent. De landen die de investeringen accepteerden, zouden voor hun ontwikkeling te afhankelijk worden van China. Bovendien zijn de EU-landen niet in dezelfde mate in staat om dergelijke investeringen in China te doen.

De Chinese reactie

Als reactie op de Europese kritiek daarop hebben sommige Chinese bedrijven zich afgevraagd waarom de EU zelf de ontwikkeling van de infrastructuur in deze landen niet faciliteerde, aangezien er aan Europese zijde genoeg te verbeteren valt om de nu zo belangrijke Nieuwe Zijderoute nog succesvoller te maken. Als de beloofde fondsen inderdaad worden opgehaald (en gericht op transportinfrastructuur), kan dit nu werkelijkheid worden en heeft de EU misschien inderdaad een manier gevonden om haar eigen BRI op te richten.

De Chinese regering reageerde in ieder geval positief op de aankondiging. “China blijft alle initiatieven verwelkomen om de wereldwijde ontwikkeling van infrastructuur te bevorderen”, zei de woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, Zhao Lijian, toen hem om commentaar werd gevraagd.

“Verschillende verwante initiatieven kunnen elkaar zonder meer aanvullen. We zijn tegenstander van geopolitieke berekeningen onder het voorwendsel van de aanleg van infrastructuur of van het besmeuren van het Belt and Road Initiative.”

Politiek of niet?

Met dat laatste doelt Zhao Lijian op de veelgehoorde kritiek dat de investeringen in infrastructuur niet alleen financiële afhankelijkheid creëren, maar ook een politiek expansiedoel van de Chinese overheid ondersteunen.

Ook hier kan het G7-initiatief in een vergelijkbare context worden geplaatst, vooral gezien de opmerking van Biden dat deze regeling de betrokken landen de concrete voordelen van samenwerking met democratieën kan doen inzien.

China is een economische bondgenoot van Rusland en sinds het uitbreken van de Oekraïense oorlog gaat de Chinese export via de Nieuwe Zijderoute steeds meer richting Rusland als eindbestemming in plaats van naar Europa. Financiële ondersteuning van de infrastructuurverbindingen had veel eerder kunnen gebeuren, maar dat was dus niet het geval.

Auteur: Jos Sterk