Recordbedrag wordt geïnvesteerd in Belgische trein

NMBS
NMBS-trein NMBS

De Ministerraad heeft het Openbare dienstcontract van de NMBS en het Prestatiecontract van Infrabel goedgekeurd, evenals de Ondernemingsplannen en Meerjareninvesteringsplannen van beide ondernemingen voor de periode 2023-2032. Er wordt een recordbedrag geïnvesteerd.

Infrabel zal dankzij de goedkeuring van de ministerraad voor de periode 2023-2032 een recordbedrag van 16,4 miljard euro ontvangen. Hierin zitten de middelen voor de investeringen in het spoornet (+/- 11 miljard) en ook voor de operationele behoeften in verband met de werking en het onderhoud ervan (+/- 5,4 miljard). Dit komt neer op ongeveer 1,75 miljard aan nieuwe middelen met inbegrip van een bijkomende financiering van 1 miljard euro waarvan de modaliteiten momenteel nog worden bestudeerd. Concreet zal Infrabel, in lijn met zijn ontwerp van performantiecontract en van financieel plan die op 9 december werden aangenomen, zijn investeringsmiddelen over 10 jaar via verschillende punten verdelen.

Meer stiptheid en veiligheid

Meer dan 7 miljard euro wordt verdeeld over 2 pijlers, namelijk stiptheid en veiligheid. De pijler ‘Stiptheid’ gaat om investeringen die nodig zijn voor de handhaving van de spoornetcapaciteit en de programma’s voor de geleidelijke verbetering – binnen een context van een verwachte toename van het treinverkeer – van de stiptheid van het treinverkeer. Er zal 5,9 miljard euro worden geïnvesteerd in de verbetering van de stiptheid dankzij een plan voor de modernisering van het net dat een inhaalbeweging mogelijk maakt en de spoorwegmaatschappijen een efficiënt net biedt. Dankzij de geleidelijke verbetering van het netwerk zullen alle trajecten waar de snelheid momenteel door technische redenen laag is (60,8 kilometer in 2021) aan het einde van de contracten. Bedoeling is om, onder meer, alle snelheidsbeperkingen door de slechte staat van de sporen tegen eind 2030 op te heffen.

ETCS

De pijler ‘Veiligheid’ wordt verder verbeterd via, onder meer, de voltooiing van de uitrol van ETCS. Tegen eind 2025 moet het Belgische spoornet het eerste Europese spoornet zijn dat volledig is uitgerust met dit seininrichtingssysteem dat permanent de treinsnelheid controleert. Ongeveer 2 miljard euro wordt gebruikt voor de steeds toenemende digitalisering van de onderneming waarbij prioriteit gaat naar haar productiemiddelen en haar werkplaatsen. Deze digitalisering omvat tevens processen ten voordele van de klanten zoals de capaciteitstoewijzing aan de spooroperatoren en de verkeersleiding, het predictief onderhoud, de realisatie van een spoorwegplatform met Port of Antwerp-Bruges en ook innovatie.

Uitgebreid treinaanbod

Het treinaanbod wordt tegen 2032 met 10 procent uitgebreid – bij gelijkblijvende kosten. Er komen 40 procent meer aansluitingen voor de reizigers. Er komt een toename met 25 procent van het aantal S-treinen, meer treinen aan het begin en einde van de dag en op zaterdag; een belangrijke bediening van de luchthavens van Brussels Airport en Charleroi. Het aantal reizigers moet met 30 procent verhoogd worden en de klantervaring moet verbeterd worden.  Concreet betekent dit meer treinen door de week en in het weekend. Het treinaanbod zal sterk worden uitgebreid, met treinen die vroeger en later rijden, vooral in de buurt van grote steden. Op alle lijnen zullen twee extra uren dienstverlening worden geboden, vier extra uren op de belangrijkste spoorlijnen en rond de grote steden en tot 5 uur voor het S-net in Brussel, vergeleken met het huidige gemiddelde van 14 uur dienstverlening per etmaal.

Toegankelijke stations

Het overige bedrag zal gaan naar de instandhouding van de omvang van het spoornet en, in overleg met NMBS, naar projecten om de toegankelijkheid van de stations te verbeteren. De budgetten voor capaciteitsverhoging, zoals de investeringen in verband met nieuwe uitbreidingswerken in de havens, de voltooiing van werven zoals het GEN, de As 3 (verbinding “Ottignies-Namen-Luxemburgse grens”) of de uitbreiding van de Lijn 50A (tussen Gent en Brugge) naar vier sporen, zijn gelinkt aan de bijkomende financiering die momenteel bestudeerd wordt. De komende tien jaar zal Infrabel, naast de nieuwe middelen, de eerder opgestarte programma’s om de productiviteit te verhogen en zijn industrieel apparaat te rationaliseren, blijven voortzetten.

Modernisering

Er zijn 550 stations in ons land, waarvan 20 met meer dan 65.000 reizigers per week. Stations nemen vaak een centrale plaats in onze steden in. Daarom zal 1,863 miljard euro worden geïnvesteerd om ze te moderniseren en toegankelijker te maken. Aan het einde van het contract zullen 176 stations, die samen goed zijn voor 76 procent van de reizigers, autonome toegang en een warm onthaal bieden aan alle mensen met beperkte mobiliteit. Door 164.000 fietsparkeerplaatsen (+40 procent) in te richten en de complementariteit met andere vervoerswijzen te ontwikkelen, worden de stations mobiliteitsknooppunten, met de trein als ruggengraat.

Verdubbeling

Er wordt geïnvesteerd in het reizigersonthaal door het huidige aantal autonoom toegankelijke stations te verdubbelen (tot 176 stations in 2032, waarmee bijna 80 procent van de reizigers wordt bereikt) en door 40 procent meer fietsenstallingen aan te bieden. Er wordt geïnvesteerd in een modern en comfortabel rollend materieel, met een vernieuwing van 50 procent van haar vloot tegen 2032. De doelstellingen omvatten 100 procent treinen met airco, een multifunctioneel rijtuig in elke trein en een toename met 50 procent van het aantal fietsplaatsen in de treinen. NMBS investeert meer dan 9,2 miljard euro (euro 2023) over de periode van 10 jaar, en dat in 5 domeinen: rollend materieel (4,2 miljard euro), werkplaatsen (1,4 miljard euro), reizigersonthaal en toegankelijkheid van de stations (1,8 miljard euro), digitalisering (1,2 miljard euro) en gebouwen en diverse investeringen (bijna 600 miljoen euro).

 Nieuw rollend materiaal

De huidige treinvloot is gemiddeld 25 jaar oud, sommige treinen dateren van 1966. Dat leidt tot onbetrouwbaar treinmaterieel dat niet voldoet aan de terechte verwachtingen van de reizigers op het gebied van comfort, toegankelijkheid en functionaliteit. In de komende 10 jaar zal 50 procent van de treinen worden vernieuwd, waardoor een grote sprong voorwaarts kan worden gemaakt op het gebied van comfort en betrouwbaarheid. Meer toegankelijke rijtuigen (elke trein moet een rijtuig hebben dat is uitgerust voor mensen met beperkte mobiliteit), die comfortabeler (meer beenruimte, bagageopslag, ledverlichting, stopcontacten, airconditioning, betere GSM-ontvangst aan boord), stiller en meer zitplaatsen bieden.

Meer goederen vervoerd per spoor

Elke goederentrein vervangt 50 vrachtwagens op onze wegen. Het performantiecontract voorziet in een verdubbeling van het goederenvervoer per spoor, die mogelijk wordt gemaakt door een betere samenwerking tussen Infrabel, de havens, de industriëlen en de goederenvervoerders, door de ontwikkeling van informaticatools die een flexibelere planning en reservering van de trajecten mogelijk maken en door nieuwe uitwijksporen die het verkeer van treinen met een lengte van 740 meter (24/7) mogelijk maken. De trein was de partner voor de industriële revolutie. Met deze contracten, de bedrijfsplannen en de planning van de investeringen voor de komende 10 jaar, met de modernisering van het beheer van zijn twee spoorwegmaatschappijen, geeft België zichzelf de middelen om van de spoorwegen een belangrijke partner in de ecologische transitie te maken.

Auteur: Matthias Vanheerentals