'Glasheldere' steun voor CEF

Europees Parlement steunt groter EU-vervoersbudget, maar hogesnelheidstrein blijft kampen met gat van 546 miljard euro

The European Parliament has backed long-term transport funding.
The European Parliament has backed long-term transport funding.

Het Europees Parlement heeft woensdag zijn voorlopige standpunt vastgesteld over de volgende langetermijnbegroting van de EU na 2027. In het verslag ‘Een vernieuwde langetermijnbegroting voor de Unie in een veranderende wereld’ wordt gepleit voor een groter en gedurfder meerjarig financieel kader (MFK), waarbij het belang van de financiering van vervoer wordt benadrukt. Dit terwijl de Europese Commissie overweegt haar speciale transportfonds af te schaffen.

De Gemeenschap van Europese Spoorweg- en Infrastructuurbedrijven (CER) verwelkomde onmiddellijk het verslag en de erkenning van het Parlement van de vitale rol die vervoer speelt in de toekomstige groei en veerkracht van Europa.

In het algemeen onderstreept het verslag dat een groter, versterkt MFK noodzakelijk is om de ambities van de EU en de huidige uitdagingen aan te gaan. Het moedigt de Raad aan dringend nieuwe EU-middelen goed te keuren om de terugbetaling van gemeenschappelijke schulden uit het verleden mogelijk te maken en te zorgen voor voldoende middelen voor alle uitgaven in het kader van de volgende langetermijnbegroting.

In het verslag wordt verder benadrukt dat het volgende MFK moet voortbouwen op de bestaande specifieke financieringslijn voor vervoer, met name de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF). Er wordt opgeroepen tot “veel meer, rechtstreeks beheerde financiering voor energie, vervoer en digitale infrastructuur, met prioriteit voor grensoverschrijdende verbindingen en nationale verbindingen met Europese toegevoegde waarde”.

Parlement steunt CEF, stabiele financiering voor transport

Dit sluit goed aan bij de pleidooien van CER voor de voortzetting van de CEF Transport en wekt de hoop dat het Europees Parlement een krachtig standpunt zal innemen in deze kwestie. Alberto Mazzola, uitvoerend directeur van CER, zei: “Het verslag maakt glashelder dat de Connecting Europe Facility moet worden voortgezet en van voldoende middelen moet worden voorzien. We moedigen de Commissie aan om dit standpunt over te nemen in het komende MFK-voorstel. Dit is essentieel als we pan-Europese duurzame mobiliteitsoplossingen willen bieden aan alle burgers en bedrijven door de voltooiing van het TEN-T netwerk.”

Dit na geruchten dat de Commissie het CEF-financieringsmechanisme wil afschaffen, het belangrijkste instrument van de EU voor de financiering van vervoer, energie en digitale infrastructuur. Sinds 2014 is CEF Transport gebruikt om 37,5 miljard euro toe te wijzen aan meer dan 1.500 vervoersprojecten, waarvan het spoor een groot deel voor zijn rekening neemt. Alleen al in 2023 hebben spoorprojecten 5,7 miljard euro gekregen, goed voor 80 procent van de in totaal 7 miljard euro die in het kader van CEF Transport is toegekend.

Volgens de CER was de uitspraak van woensdag een duidelijke goedkeuring van de leden van het Europees Parlement: “De spoorwegsector heeft een enorm potentieel om de connectiviteit, duurzaamheid en concurrentiekracht van de EU te transformeren. Tegelijkertijd staat de sector voor grote investeringsuitdagingen en moet ambitieuze doelstellingen halen om het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T) te voltooien – geschat op meer dan 500 miljard euro voor het kernnetwerk alleen – en het digitale programma te ontwikkelen. Stabiele financiering is een hoeksteen voor het realiseren van de grote spoorwegprojecten die een revolutie teweeg kunnen brengen in de Europese mobiliteit en logistiek.

Een masterplan voor hogesnelheidstreinen

In lijn met de goedkeuring van het verslag, publiceerde de CER slechts een dag later haar standpunt over hoe het hogesnelheidsnetwerk in Europa vooruit te helpen.In ‘A High-Speed Rail Master Plan for Europe‘ wordt benadrukt dat voor een naadloos HSR-systeem voor het hele continent tegen 2050 546 miljard euro aan infrastructuurinvesteringen nodig is – wat neerkomt op ongeveer 20 miljard euro per jaar in de komende drie decennia. En dat vereist voorspelbare langetermijninvesteringen.

Zelfs als CEF Transport aanblijft, waarschuwt CER dat de aanleg en het onderhoud van het voorgestelde 49.400 kilometer lange HSR-netwerk van de EU veel meer zal vergen dan de huidige toewijzingen uit de financieringsmechanismen kunnen opbrengen. In haar eigen rapport dringt de CER aan op een specifiek budget binnen het volgende MFK, ondersteund door een strategische mix van publiek en privaat kapitaal. Publieke financiering blijft de basis, maar aanvullende instrumenten zoals PPP’s, RAB-modellen, groene obligaties en op emissies gebaseerde kruisfinanciering worden genoemd als cruciaal om de kloof te dichten.

Ook de heffingen voor de toegang tot het spoor (TAC’s), die inkomsten uit infrastructuur genereren maar de concurrentiekracht van het spoor kunnen verstikken, spelen een belangrijke rol in de visie van de CER. De groep roept op tot voorspelbare, investeerdersvriendelijke TAC-kaders in de hele EU en gerichte flexibiliteit – met name in de beginjaren van nieuwe projecten – om het gebruik en de financiĆ«le levensvatbaarheid van HSR te waarborgen. CER noemt de grote verschillen in TAC’s tussen de lidstaten als een belemmering voor zowel investeringen als modal shift.

Koolstofopbrengsten en klimaatheffingen zijn ook in het vizier van CER als potentiĆ«le financieringsbronnen voor HSR op de lange termijn. De groep wijst op nationale voorbeelden zoals de op tolheffing gebaseerde bijdragen van Oostenrijk aan de Brenner-basistunnel en het door snelwegen ondersteunde Spoorwegfonds van ItaliĆ« als modellen die op EU-niveau zouden kunnen worden opgeschaald met behulp van ETS-inkomsten – wat jaarlijks mogelijk 10 miljard euro zou opleveren.

“Met het juiste regelgevende en financiĆ«le kader kan hogesnelheidstreinen niet alleen commercieel levensvatbaar zijn, maar ook een hoeksteen vormen van een concurrerend, sterker, groener en beter verbonden Europa”, aldus de uitvoerend directeur van de CER.

Een deel van het artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in RailTech’s zusterpublicatie SpoorPro.

Lees meer:

Dit artikel is automatisch vertaald vanuit de oorspronkelijke taal naar het Nederlands.

Auteur: Jeroen Baldwin

Bron: RailTech.com