FR NL
sfeerbeeld sporen - copyright Infrabel

Loon- en energiekosten houden Infrabel in de rode cijfers

Ondanks verliezen slaagde Infrabel er in 2022 in om zijn investeringsprogramma haast volledig uit te voeren. Infrabel

Voor het vierde jaar op rij heeft Infrabel rode cijfers genoteerd. Vorig jaar leed de spoornetbeheerder 18,2 miljoen euro verlies. Door de tegemoetkoming van de federale staat bleef de schade beperkt. Ondanks het verlies, slaagde Infrabel er wel in om vorig jaar voor 1,1 miljard euro aan investeringswerken uit te voeren.

Het negatieve resultaat is voornamelijk te verklaren door een stijging van de loonkosten en de aankoopprijzen, waaronder energie, door de hoge inflatie veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. Dankzij een bijkomende tegemoetkoming van de overheid van 21,0 miljoen euro kon Infrabel het verlies beperken en dit relatieve financiële evenwicht behouden. Zonder deze steun van de overheid zou de situatie echter zorgelijk blijven voor Infrabel, aangezien het over weinig reserves beschikt om toekomstige onvoorziene omstandigheden het hoofd te bieden.

“Dankzij een compensatie van de federale staat konden wij ons verlies beperken en een relatief financieel evenwicht bewaren”, zei topman Benoît Gilson in een reactie op de cijfers.

Op 31 december 2022 bedroeg de netto financiële schuld in totaal 1,912 miljard. Dat is een daling met 111 miljoen euro ten opzichte van 31 december 2021 (2,023 miljard euro). De verklaring hiervoor ligt onder meer in ontvangen investeringssubsidies die nog niet cash werden uitgegeven.

Behoud van investeringen

Ondanks de verliezen slaagde Infrabel er in 2022 in om zijn investeringsprogramma haast volledig uit te voeren. Er werd niet minder dan 1.116,1 miljoen euro geïnvesteerd in de spoorinfrastructuur. Het grootste deel daarvan ging naar de verbetering van de veiligheid en de instandhouding (onderhoud en vernieuwing) van het spoornet. Nagenoeg al deze investeringen worden gefinancierd door de federale staat. De andere financieringsbronnen zijn Europese subsidies (35,7 miljoen euro) en, voor een aantal prioritaire Vlaamse projecten, de cofinanciering door het Vlaams Gewest (6,8 miljoen euro).

800 aanwervingen

Infrabel heeft er net als de voorgaande jaren alles aan gedaan om de natuurlijke afvloeiingen op te vangen en het nodige personeel aan te werven om de continuïteit van de werking van het bedrijf te verzekeren. Door het tekort aan geschoolde arbeidskrachten op de arbeidsmarkt was dit geen sinecure. In 2022 heeft de onderneming zo’n 800 mensen gerekruteerd, voornamelijk in de technische knelpuntberoepen. Op 31 december 2022 telde het personeelsbestand van de beheerder van de spoorinfrastructuur en het treinverkeer 9.377 voltijdse equivalenten.

Meer internationaal treinverkeer

Het internationaal reizigersverkeer kende een sterke groei van 42,7 procent naar 4,09 miljoen trein-kilometer, maar toch nog 0,48 miljoen trein-kilometer minder dan in 2019. Door het hoger tarief van de infrastructuurvergoeding voor internationaal reizigersverkeer groeiden de inkomsten die hieruit voortvloeien. Concreet bedroeg het totaalbedrag van de vergoeding voor het gebruik van de spoorinfrastructuur 427,75 miljoen euro, tegenover 386,24 miljoen euro in 2021, hetzij een stijging van de ontvangsten met bijna 11 procent ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging is dus te verklaren door het vrijwel volledige herstel van het internationaal reizigersverkeer van en naar België ten opzichte van het pre-covid niveau van 2019.

Daling treinkilometers

In 2022 hebben de klanten van Infrabel, de reizigers- en goederenoperatoren, in totaal 98,22 miljoen trein-kilometer afgelegd. In vergelijking met 2021 is dit een daling met 0,2 procent en het aantal trein-kilometer blijft dan ook nog steeds minder dan voor de coronacrisis (99,6 miljoen trein-km in 2019). Het aantal trein-kilometer voor binnenlands reizigersverkeer daalde met 0,7 procent naar 83,05 miljoen trein-kilometer. Het aantal trein-kilometer voor goederenvervoer daalde met 8,6 procent tot 11,07 miljoen trein-kilometer.

Lees ook:

Auteur: Matthias Vanheerentals